De bonte knaagkever  of de grote klopkever of de Xestobium Rufovillosum leeft zowel  in loof- en naaldhoutsoorten, meestal in combinatie met wit-of bruinrot en dit zowel in het spint als in de kern van het hout. Vooral  in eiken balken aan te treffen en meestal op  vochtige en slecht geventileerde plaatsen, zoals opleg van de balkstructuren in metselwerk. Ook zones met  occasionele bevochtiging zijn sterk vatbaar voor dergelijke insectenvraat.  Het kernhout van de hardere houtsoorten wordt vooral aangetast bij langdurige bevochtiging.  Zo is het niet verwonderlijk dat in oude historische gebouwen waar dergelijk kwalitatief hout werd gebruikt de meeste aantastingen aan te treffen zijn. Vochtigheidsgehalte is bij deze aantasting een zeer bepalende factor. Ook is het zo dat er niet altijd uitvlieggaten waar te nemen zijn gezien deze soort "paringsnesten" inwendig in het hout kunnen gebruiken en aldus onopgemerkt verder het hout kunnen aantasten.  In naaldhout is deze soort slechts aan te treffen in combinatie met schimmelaantasting en/of wanneer het naaldhout in direct contact staat met aangetast loofhout. Structurele problemen tgv dergelijke aantasting zijn quasi niet te vermijden.

 

 

Kever :De volwassen kever is tussen de 3 en de 7 mm groot.

De dekschilden zijn donkerbruin en hebben geen strepen doch korte gele haartjes. Deze haartjes vallen uit naarmate de kever ouder wordt. Door deze haartjes krijgt de kever een gespikkeld uitzicht. Het halsschild is helmvormig en donkerbruin van kleur.

Larve:  De larve is lichtjes gekromd en heeft een geelachtige kleur. Ze is tussen de 2 en de 3 mm groot. De larve vreet boorgangen die ondanks de grillige structuur meestal in de vezelrichting van het hout georiënteerd zijn.

Uitzicht van het aangetaste hout: verborgen onder de oppervlakte bevinden zich vele gangen. Deze gangen zijn meestal georiënteerd in de vezelrichting van het hout. Deze gangen bevatten de residu’s van het knaagwerk en zijn bijgevolg gevuld met boormeel. Het boormeel is grof en ertussen zijn lensvormige korreltjes zichtbaar.

Naarmate de ouderdom van de aantasting zal dit boormeel samenkitten en ten gevolge van oxidatie aan de lucht een andere kleur verkrijgen.

Het hout kan afbrokkelen naarmate de gangen toenemen en de balk meer en meer geperforeerd wordt. Hoe meer larven hoe slechter de conditie van het hout.

Het hout is meestal aangetast door een schimmel. Er kunnen paringsnesten binnen in het hout gecreëerd worden zodanig dat geen of weinig uitvlieggaten aan de oppervlakte zichtbaar zijn.

Deze aantasting is dus bijzonder gevaarlijk opdat men bij de eerste controle weinig tekenen van aantasting opmerkt.

Het aantal ronde uitvlieggaten, met een diameter van ongeveer 2,5 à 4 mm, bieden ons een goede inschatting van de aantastinggraad.

Cyclus : Eitjes: ivoorkleurig, citroenvormig en 0,6 mm groot

Levensduur van de larve: 3 tot 10 jaar

Verpopping : 3 tot 12 maanden

Levensduur van het insect: 3 tot 5 weken

Aantal eitjes: verschillend

Ontwikkelingsomstandigheden : De houtsoort moet voldoende lignine bevatten, een voldoende hoeveelheid zuurstof, een gunstige temperatuur, …

De bonte knaagkever heeft bovendien een minimum hoeveelheid vochtigheid nodig. Vandaar dat deze aantasting veelal in combinatie is met schimmel en zwamaantasting.

De optimale temperatuur voor een snelle ontwikkeling situeert zich tussen de 20°C en de 30°C. Ontwikkeling is mogelijk tussen de 10°C en de 40°C. Het houtvochtgehalte situeert zich boven de 20%